Voor een kleine strudel (4-tal personen):
- 8 vellen brickdeeg
- 70 g gesmolten boter
- 50 g suiker + 50 g amandelpoeder (broyage)
- 1/2 koffielepel kaneel
- 100 g veenbessen, geweekt in water
- 200 g appel, in blokjes gesneden (ongeveer 2 grote appels)
- citroensap
- laat de veenbessen weken in koud water
- schil de appels, snij ze in kleine blokjes en sprenkel hierover wat citroensap
- leg het eerste vel brickdeeg op een met bloem bestoven handdoek
- strijk dit vel in met gesmolten boter
- leg hierop een tweede vel, strijk dit opnieuw in met de gesmolten boter en herhaal dit voor alle vellen
- meng de suiker met het amandelpoeder en de kaneel en voeg dit mengsel bij de stukjes appel
- laat de veenbessen even uitlekken op een handdoek en voeg deze ook bij het appelmengsel
- gebruik dit appelmengsel als vulling voor de strudel door deze in het midden van het brickdeeg te leggen
- rol het vel deeg op tot een strudel en leg deze met de naad onderaan op een met bakpapier beklede bakplaat
- bak de strudel gedurende 20 minuten bij 200°C tot deze goudbruin kleurt