Ik heb een oplossing: notenbretzels of een notenbrood. Een smeuïg broodje met een lekkere walnotensmaak, smaakt nog beter bij het haardvuur met een stukje kaas erbij.
Voor 2 bretzels van 400 g:
- 365 g tarwebloem (of de helft tarwe- en de helft meergranenbloem)
- 255 g water
- 15 g gist
- 8 g zout
- 15 g boter
- 150 g gehakte walnoten
- maak een gistdeeg: voeg de bloem bij het water en de gist, meng dit alles en voeg hierna de boter, het zout en de gehakte walnoten toe (als je handmatig kneedt, is het makkelijker om de noten er op het einde bij te voegen)
- kneed alles tot een homogeen deeg, zorg dat het niet te kleverig is (voeg indien nodig nog een beetje bloem toe)
- laat rijzen gedurende 45 minuten
- verdeel het deeg in 2 porties van 200 g
- vouw het deeg dubbel tot een langwerpig stuk deeg wordt bekomen
- rol dit deegstuk uit tot een worst van 90 cm lang
- maak 2 markeringen in het deeg, telkens op 40 cm van het uiteinde
- draai het linker uiteinde tot op de rechter markering en druk stevig aan
- draai het rechter uiteinde tot op de linker markering en druk dit ook stevig aan, alsook de overlapping
- draai de bretzel om en leg deze op een met bakpapier bedekte bakplaat
- laat de bretzels 50 minuten narijzen
- doreer de bretzels met losgeklopt ei
- bak de broden gedurende 10 à 12 minuten bij 225°C
Geen opmerkingen:
Een reactie posten